Dagboek van Aleida Leurink 1682 – 1755
Het Aleida Leurinkhuis,Bekhoes of Dolfkeshoes Het tegenwoordige Aleida Leurink huis. De pastorie is afgebroken in 1955. De prentbriefkaart is
genaamd is een typische akker-burgerwoning, uit 1904. n 1581 kreeg pastoor Nijkerk de opdracht de
door brand verwoeste pastorie te herbouwen.
die werd bewoond door 2 gezinnen met een ( Op de plaatjes klikken voor een vergroting ) In 1672 volgt verbouw van materiaal van
gezamenlijke deel en 1 weefkamer. een schuur van Havezathe Harseveld bij Denekamp
Het is van eind 17e eeuw. nit de periode 1879-1885 werd de nu op de prentbriefkaart
afgebeelde pastorie herbouwd.
.
De weerkundige aantekeningen uit het dagboek van Aleida Leurink 1682 – 1755.
De familie Cromhof uit Enschede bezit een dagboek waarin veel weerkundige aantekeningen staan op getekend van
eind 17e eeuw en een groot deel van de 18e eeuw. Aleide Leurink was haar naam. Zij moet een voor die tijd een zeer
bijzondere vrouw zijn geweest. Ze werd geboren op 24 september 1682 als dochter van Jan Leurink toen burgemeester
van Enschede en Herbina Stroink aldaar. Ze had nog drie zusters en naar ik meen nog een broer. De aantekeningen
in het dagboek begonnen op 9 maart 1698 toen ze haar intrede deed in de pastorie te Losser. Zij was toen nog maar
15 jaar oud. Tot en met het jaar 1722 geeft zij voor elk jaar slechts een korter of langer overzicht, maar in het begin
van 1723 worden de berichten uitgebreider. Het eigenlijke dagboek begint dan. Waarschijnlijk kreeg ze toen meer tijd
want de jongste zoon, het vijfde kind was toen 14 jaar oud. De bezigheden van Aleida waren er vele. De familie had een
koe, ze verbouwden allerlei gewassen zoals dat in die tijd gebruikelijk was voor het dagelijks bestaan. Ze
verbouwden ook vlas, van dit vlas lieten ze linnen weven voor eigen gebruik. Het werd ook verkocht of geruild tegen
kleren in Deventer. Van het weer in die tijd heeft ze bijzonder veel aantekeningen gemaakt. Het geen ongetwijfeld zijn
oorzaak vond voor de gewassen die werden geteeld. Zij trachtte daarover van iedereen wat te weten te komen. Kwamen
familieleden haar per wagen bezoeken, dan moest de voerman, die de gasten bracht haar van alles op de hoogte brengen
uit de plaats waar hij vandaan kwam. Vooral de classis-bode uit Deventer, die gedurig boodschappen en brieven aan
het kerkbestuur van Losser kwam brengen, was een welkome gast, die geregeld over allerlei werd uitgehoord, dat dan
trouw in het dagboek werd opgetekend. Ze vermeldt elke dag tot in bijzonderheden hoe het weer is geweest. Eigenaardig
zijn de woorden en uitdrukkingen, die zij gebruikt om de weersgesteldheid aan te duiden. Een kleine bloemlezing
daaruit moge hier volgen. Veel van deze woorden worden in het Twents of plat Lossers ook nu nog gebruikt.
Als het in ’t voorjaar ’s nachts had ripet (gerijpt) of wit vroren, zoodat men over drek (modder) kon gaen. Werd het dikwijls
tegen de middag mooye sonne, zodat de panne druipen. De volgende dag was het dan ook wel weer mooi weer, maar
sterke haele wint sant stoft (stof). In de zomer was dikwijls groot haelte of haellig heyt (droogte) maar kwam er een braef
donderschuer (onweersbui) met slimme lugtingen (felle bliksemstralen), dan werd het groisam weer, ook al was het maar
een klein schoorken geweest en hoorde men ’s avonds de vorsen (kikvorsen) singen. In de herfst begonnen de dagen
dikwijls met neffel of had het pipenstel dik vroren, ook had het dan soms rou giselt (gerijpt) of gladiselt (geijzeld) zodat
het niet slim was om te gaen. In November was het weer dikwijls rustrig (ruw, winderig) of de wint boldert in schoorsteen
of wind is, buystrig (buiig) en wint boeset.
Bron: Uit het land van katoen en heide. Van Deinse.
Zeer dikwijls bleek, dat bij zware regenbuien de Dinkel uitliep (overstroomde) evenals de Beeke.
(die door Losser stroomde) De winterkoude wordt in het dagboek, vooral de zeer strenge kouinval van
januari 1740 uitvoerig beschreven. Men vraagt zich bij het lezen daarvan onwillekeurig af of de winters vroeger
zoveel kouder waren dan thans, of dat de mensen niet zoveel voorzorgen tegen de koude konden nemen.
Petrus van Musschenboek heeft van deze kou inval in Leiden aantekeningen gemaakt. Deze heb ik met het
behulp van een klein computer programmaatje van Farenheid naar Celsius vertaald. De cijfers onder het
vriespunt moet je een tot anderhalve graad naar beneden bijstellen. Want het is hier in het oosten natuurlijk
kouder dan in de omgeving van Leiden. Het moet dan ook enkele dagen verschrikkelijk koud geweest. De minimum
temperaturen moeten bij 20 graden onder nul hebben gelegen. De cjfers kunt u elders lezen op dit blad.
De waarnemingen van Petrus van Musschenbroek komen prachtig overeen met aantekeningen van Aleida in
haar dagboek. De mensen leefden veel intenser met de natuur samen dan nu.
Stormweer bleek in die tijd steeds enorm veel schade aan te richten omdat de gebouwen veelal van hout niet
sterk genoeg waren. In 1749 schijnt Aleida zich een thermometer te hebben aangeschaft. Maar of hier wat
van bewaard is gebleven is mij niet bekend. Allerlei gebeurtenissen in Losser Oldenzaal en Enschede en
omstreken staan in het dagboek vermeld. De laatste aantekening in Aleida Leurink dagboek is van
20 maart 1754. Zij was toen 72 jaar. En ze heeft dus van haar 15e jaar, dat is 57 jaar lang, alles wat voor
haar belangrijk voorkwam opgetekend. In augustus 1755 schijnt zij te zijn gestorven.
(Er is heel wat fantasie voor nodig om er achter te komen hoe men hier in die tijd heeft geleefd en hoe het er
hier in Losser uitzag. Het zag er heel anders uit dan nu met uitgestrekte heide velden De bossen zijn pas rond de
eeuw wisseling van de 20e eeuw geplant. Wie kan er zich nu nog een leven voor stellen zonder elektriciteit,
zonder televisie en zonder auto’s. Dit kan ik nog enigszins. Want aan het einde van de tweede wereld oorlog
hebben we ook enige tijd geleefd zonder deze voor ons zo belangrijke dingen. Maar voor diegene die nu gebruik
maken van computers Internet mobile telefoons en modern onderwijs en veel reizen is dit moeilijk voor te stellen.)
De aantekeningen over het weer begonnen in 1723
1723
8 juni
Snagts sagte regen daerop droogte dog wat meer warmte gekregen, dog grote droogte en ook hitte,
altijd helderen sonneschijn en soo voort gegaen so dat de wortlen weg scheenen van het land + flas
verdorde, gras verbrande, de weite niet konde opgaen, waer oploop quam dat de solders gesloten
wierden, de rogge bij ‑(?)‑ Borgerink tot Oldenzel van 18 stu tot 24 stu het schepel quam, ja in Holland
en over al het land geheele land door opsloeg.
23 juli
Stark gevroren, so dat de bookweite bij hele stukken is swart gevroren, al die blooysels doot, ja meeste
vorst is gevallen in de slenken van het land.
31 juli
Donder en 1 regenschoer, door desen Donder met regen en starke wint zijn tot Nijenhuis 5 huisen
gebrant.
10 oktober
Savonts begon het een weijnig stoff regenen, dog niets ingeregend en soo voort aen droogte dat de
putten droog wierden en een jeder klaagt over droogte en gebrek aan water.
1724
19 mei
…., door dese vorst segt men dat menschen gewaar sijn ge-worden, dat de rogge was vervroren in de
airen, ja dat eikenloof en wijnstok was gevroren, de weite vervroor ook wat uyt, niet alle ‑(?)‑ maar de
rogge wierde veele stukken lands afgemaayt, dog niet hier, maar sy vergong van het land hier waardoor
de rogge opsloeg, ja tot Enschede 6 stu op ’t schepel, Haxbergen 10 stu.
17 augustus
Donder en hagel met starken regen of hier een wolkenbreuk was, de lueden de beeken in de huysen liep
en den donder sloeg in swager Steenbergs huis, dog sonder schade gelosched den brand, dog in
Lonnicker 5 a 6 booren weer het saet is verhagelt.
4 december
Savonts voor seven uur swaren strom wint, eerst noordwest, daarna noordlijk, hier is weinig schade
geschiet, dog de Hengeler meule om.
1725
24 mei
Agternamiddag om 4 hir een swaar donderschuer dat als de huisen an de Beeke vol water waren, j
a hoger als voorleden jaer 17 aug 1724, dat twee (donder?)schoor tegen malkander an trokken.
3 juli
Starken regen, door desen regen quam de rogge tot Oldenzel daage 30 juni weer op 30 stu was
afgeslagen weder op 34 stu en was maar een gunst en met groot bidden tot het gelt, al de sol-ders
waren gesloten, oploop duurde 8 dagen, dog liep op 2 gl, daar nog 35 stu quam.
3 augustus
Droog als wij onse rogge eerst maayden, om datse veele men-schen te vroeg gemaayt hadden,
ja was niet eens gekrompen, zij mosten die in de bakovens drogen.
1726
2 maart
…., de Dinkel soo hoog als bij menschenheugenis niet is geweest, al de landen an de Dinkel onder sett,
veel schaa veroorsaakt an de rogge, het water heeft van de Dinkel in Hooftkamps syn huys gestaan
en dit tot an den Wilgenkamp alles onder water, ja onsen hoft staat alle paden vol water en ’t land ook
vol, onse putte hebben wij water met den emmer soo uitgeschept, op eenen rant na vol water.
12 juni
Warmer, met donder regen en grooten hagel als een bastert groot waar door om Losser al veele rogge
en weite was beschadigt en dooreen gevallen.
1727
Ja winter niet heel stark, daarop volgende meert wat buyig en sneeu, ook ijs vroor, de kinder op de
putten gingen.
zomer
De boomvrugten als appelen en peeren verdroogt, de applkes klein synde allegaar afvielen en wormstekerig
waren, so dat die schaars zijn als nu lange jaaren niet minder geweest zijn de ‑(?)‑ of zoet is, verbrand en
vergaan door droogte, het knollensaet lag lange eer kon opgaen en scheen bijna geheel verdroogt, dog in
september quam somstijds een schoor regen dat menschen gedachten nog sommige knollen hadden,
maer niet alle, ja datte veele niets hebben.
Ook groote hitte dit somer gehat, de wijndruiven sijn over-vloedig veele gewassen als ook de walneuten,
en andere neuten, kersen en beesen, ook weijnige appelen en peeren niets, uit dese hitte waren koolplanten
verschenen datse ruscheden als geheel geheel opgedroogt, de bladen afvielen en kaal en bloot stonden,
het land borst van droogte, eyndelijk quam de roepe en alt de bladen nog ost d’ kool, dog als de regen
quam in september en oktober wierden de faeze koe weijden weer groen, die om Jacobi (24 juni) als ook
in augusti hart en verdroogt zijn geweest, de beesten honger mosten lyden, ja alle de gras brinke verdorret
waren, waer door de botter duer is geworden tot 4 ja 4,5 stu het pont kostede, jaa ook seer veele sieke
menschen met hitsige koortsen en langdurige krankheit, als ook andere die ordinairisse koortsen hadden
quamen, dog allermeest in 7‑bris (sep) en oktober, 9‑bris (nov), daerna geminder de krankheit, in Amsterdam
sear groot, ja sware strefte quam dat eenige huissen uitgestorven zijn.
11 november
In het Markenboek van Lonneker wordt melding gemaakt van slecht weer in de eerste helft van de maand
november. Op de holtink van 14 oktober 1727 was het besluit genomen om op 11 november met een groot
aantal mensen te verzamelen bij het erve Boerrigter om vervolgens illegaal in cultuur gebrachte gronden en
sloten evenals hutten te egaliseren. Maar `ter oorsake van het slegte weder’ moest men de aktiedag
veertien dagen uitstellen. Op 27 november werd er alsnog uitvoering aan het besluit gegeven omdat toen
de weersomstandigheden blijkbaar meer geschikt waren. (Markeboek Lonneker 1545-1751, Twentse
genealogische en historische bronnen 20, Uitgave genealogische werkgroep Twente van de Afdeling
Twente van de Nederlandse Genealogische Vereniging, Hengelo 1998, pag.152.)
1728
1729
29 januari
Diep Dinkel overliep, de vonders weg dreven, Eldrink Brugge ook weggedreven is.
10 maart
Hard vroren int huis, koude ooste wint, so kout als ooit van ’t winter, hael, dat de wevers nog stil staen moten.
1 juni
Warm, savonts donder lugting en regen tot een uir, heel swaer weder, tot Ogtrop het saet verhagelt.
19 en 20 juli
19, Donker kout ijs gevroren, weite wat vervroren.
20, Ook snagts hard ijs, de weite in de slenken meest noot geleden.
1730
16 oktober
Hardijs, rougiselt, koudste nagt, daer door de wijnstokbladen en druiven vervroren, bladen afvielen, doot.
1731
4 juni
Warm, namidd; regen met donder, ook hagel gevallen in Mun-sterland, op verscheiden platse saet is
verhagelt, weerom gesaeit de rogge.
10 juli
Donker droog koel, honig dauw gevallen, de hoppe hier saer en ranke doot worden en niet eenen droof
is angekomen in dit somer, waer door de hoppe is opgeslagen.
1732
25 april
Snagts handdik sneeu vallen, ja den meesten dag door sneeut, ook hagel, hagel, de boomen dik met sneeu
behangen, bloyden peerboom en kerseboom, tegen avont sneeu wat wegsmolt, maar heel kout, dog heeft
God de Heer de bloysels bewaart en veel vrugten quamen.
20 mei
Warm, namidd om 4 uir donder met swaar schroer, gate in de gront door sware regen.
23 mei
Heel starke wind, kout, namidd regenbuyen dog om 6 uir 2 don-derslagen met hagel int fenne agter Eldrink
soo groot als een lit van een duim, dog hier soo groot niet, met regen.
10 juni
Redlijk warm, beter als vorige dagen, met kleine schoors regen, dog savonts om 11 uir donder en lugtet heel
stark, hir sware slagen in elsboom an Molenaars gaerden, ook meer andere bomen hier en daer, het swaerste
onweer dat nog van dit somer geweest is.
20 juli
Swoel warm, dog namiddags swaren donder, regen en hagel met stark lugtinge, gate in de grond quam,
door den swaren regen.
25 augustus
Warm om middag donder met regen, edog tot Steinfort soo swaar dat mule om wayde, poorten en huisen
afslagen waren, nog om ses uir weder donderd en snagts ook donder en swaren regen, daerdoor de Beeke
ant loopen quam, vuil in dorp worde.
26 december
Rougiselt, nog harder vroren, doordringent kout, de menschen overal sware verkoutheit hebben, so dat
weynig overschieten en veele an t bedde moten liggen en ook veele oude daer an sterven, de courant
segt ook soo in Frankrijk en andere landen is geweest.
1733
10 april
Heel warm met sonne, op den agternamiddag donder en lugtet, westelijk guam, na ’t zuiden omtrok,
hier weinig regende, maar Enschede stark regende en hagel, water in de huisen was, loopen over de
straten, den eersten donder was.
16 juni
snagts om 2 uir begon te vriezen, noordoste wint, gras vroren en de meeste bookweite vervroor,
heel swart was, so dat de meeste enschen weerom saeyden en liet ook mooy quam geyl lank stroo van
maer niet de droogte blooyde die lange en sloeg vol wel an, dog doof goet, so dat sommige het
dorschen qualik weert was, slegte weite maer 38 stu een schepel de allerbeste die niet om saaytwas,
Agterhuys weite die staan was gebleven dog wat uitgevroren wel land kon houden, maer om de droogte
het onkruid land verdorf, sterk opsloeg.
1 juli
Sterke kolde wint iets regen, sterke stormwint toegen van de bomen afwaiden, applen, kersen,
de hoppe verdorf ook.
17 juli
Donker swoel warm, namiddag dondert en regen, Enschede water door de huisen was gelopen.
24 september
Sterke wint, sant stoft, de wortlen in de gaerderij so hard uitdrogen dat men die wel 4 uir koken moet
en nog niet week zijn, de late mey wortlen geheel verdorven vant land, de groete boonen ook,
de blooysels swart worden en afvallen sodat wij het gehele somer maer 5 a 6 maal van gekookt hebt
en wel een spint pottet hadden.
1734
5 juli
Donker, warme lugt, om middag sagte begon te donderen, na 2 uir sterk te regenen en 1 swaren slag
quam, daerop de Beeke soo hoog is opgeloopen, om 7 uir het water al in Apenhuis gink tot an de knee
hoog, bek Gerligs huis, Olde Mullers doorliep, Kuipers Hendrik huis tot an de keukendeur stont,
ook in de Kerkstrate, schoor op schoer rontom dondert uyt alle hoeken, wolken tegen malkander an
dreven, regende soo altijd voort dat de vonders bij Duggen en Luppershuis wegdreven, ja t water
opstuwde, hoog stont, dat onze kostverloren, vrouwenhof, weemgaerden onder water ston-den en
regende nog te 10 uir als wij na bedde gingen, dog wat sagter, het water voor Hengel huis in de Beeke
liep en voor Jes-pers huis tot na de Beeke of Herde stegge, ja dat onse hoff op den hoek na de
weemgaerden in de paden stont an de vrouwenhoff het welchen gelijk stont tot an de poorte, dat
hier geen oude menschen sien die sulks geheugt, de Dinkel so hoog worde, in Greeven koeweide stont,
Lentfert het gemayde gras wegdreven is, uyt de maet by t Boekholt uyt de heggen nog een weynig
weder kre-gen, het meeste was wegdreven in de Dinkel.
6 juli
Droog was, de menschen liepen overal om het water afte graven dat het weglopen kon.
7 juli
Tot Hengelo water op de strate stont, dijk heel onder water stont, Delden nog opliep, de bleike heel onder
water quam, veele menschen de dijke moste bewaren voer het doorscheuren, derselve Rentmeester tot
Hengelo order op stelt hadde.
20 juli
Mooy, warm, vor 1 uir begon te donderen en so stark te rege-nen, vinnig met hagel, dat het water weer
hoog opliep, Swafrinkbeeke maar 1 voot lager was, in Lonker 2 menschen int huis door den schoorsteen
doot geslagen zijn.
22 augustus
Sterk wayt, swaer regen met sagte donder soo vuil als in den herfst de wegen onbruikbaar zijn, staat
alles vol water, Deputaten waren hier, klagen seer over den vuylen weg.
24 augustus
Smorgens eerst donker, dog om 9 uir begon te donderen eenen swaren slag met swaren regen, het tweede
donderschoer om 11 uir, het derde savonts donderd om 7 uir met sterken hagel als knikkers groot, zuidwest
wint ten westen met sterke lugtinge, so sterk tegen d glase sloeg of alles kort slaen soude, waardoor de
wijte veel afslagen is die rijp stont op t land ongemayt, dog was al veele gemayt die geen schade leed,
gaeten in de appelen hagelde, daer de wint ansloeg, daer na sterken regen, Verbekke sat hier met de
orgelmaker, seijde van oude menschen hoort hadde; vrogen donder, een nat jaer en slecht saet gaf,
snagts sterk waaijde.
6 november
Regen, namidd droog, dog stormde sterk, door de sneeu vuil en week in felt, de wegen onbruikbaar zijn,
vol water, savonts ook sterk waayde met regen.
7 november
Storm met regenschurs, sterk regende so dat onsen kelder vol water quam, welke sedert de ophoginge van
eene trappe niet weer geweest is.
9 november
Voormidd regen, daer na droog, veel nu nog eerst mes varen om rogge te saijen, de paarden weg sinken int
land, niet op gaen konden, daarom veele land woest blijft liggen en den mes in de velde blijft soo als oude
menschen seggen datse nooijt soo nat somer en herfst niet beleeft hebben, daarom ook weijnig torf in
gekoomen is, alles verregent, den halfen torf ruim verdorven.
14 november
Harder ijs, den torf deur, eens so hoog als de vorige januari tot Oldenzel al 2 a 3 gl het voor kluen kostet heeft.
27 november
Hard vroren, wat nefel, donker, stille, torf duir een onse voer tot brouwe soon Christian 30 stu voor geven
moste, grote armoed om brand is, de Oldenzelse dragen al dat holt weg uyt Lonniker Berg.
1735
Dit jaar is het begin van de reeks instrumentele waarnemingen waarover het KNMI beschikt.
30 januari
Donker regen, sondag sijnde is wedwe Plegh. Keijvers haere koe versonken opt land van Cupers Hendriks
loo gaerden en is met sakken ondert lijf door de menschen, welk op planken staende daer uyt gesleept en
opgebeurt, welk geen oude menschen geheugt geschiet te zijn.
11 juli
Wind en regen, vuil, die menschen het lange vlas al mosten trekken om dat de roepen het stukken
sneden opt land.
18 juli
Vroeg begon te donderen en lugten, regend tot midd. daer na donker, alle menschen moeten lang flas
trekken, roepen eeten het op, sitten ook op slaet en peterselie, ook op boeskool,….
4 september
Sondag smorgens sagte regen, stille wint, namiddag om 2 uir begon sterk te waijen en sant stoft als offer
nefel quam, duyster van was, dak en pannen afwayden, bonen met stokken dale, ja ook boomen neder
vielen en weite die gemaayt stond, onse tegent hekke op hus Derks lant lag op Hogekamp,
Smit 41 fijnhopen omlag maer eene staen bleef, sant stoef dat men niet uyt oge sien konde, die ‑?‑ weite
en saet dat niet maaijt was sloeg alles off, Deputaten classis wilden hier komen maer kon de wagen
niet overeind houden, mosten tot Oldenzel blijfen, onse dominee van Goor quam, die daar predikt
hadde, waaijde gedurig den hoet of het hoeft, was ook tot Almelo 1 huis gebrand van 14 woningen
toebehoort den Graaf van Rechteren, tot Enschede opt markt de bontkreemers goet weg vloeg over
te huijsen, dat men hier sodanige wint niet geheugt, oude menschen seggen.
1736
17 februari
nagts vroren en wit sneeut, kout, oste wint, eerste vrijdags predikatie was nog sneude fijn en tappers
bij dage an de huijsen vroren was, wint boset.
18 februari
Over al drek en opt ijs gaen konde, melk te gronde toe was gevroren in onse spinde, so kout als in 3
jaar niet is geweest, erbarmelijk kout, 1 hand dik ijs dese nacht in de putten.
19 februari
Vel vroren, int huis, koffi kopkes op tafel vast satten vroren als wij dronken, dog iets stiller ooste wint.
20 februari
Hard fel gevroren, koude grise lugt, bekkens toe waterpot toevroren voort bedde, dog om 10 uir begon
te sneuwen, agternammidag wat sagter lijdelijker ook stiller, nog sterker handdik sneeu lag.
21 februari
Waterpot toevroren voor bedde, stiller wint, iets sonneschijn om 10 uir, de pannen drupten, ook iets
regen daer door de sneeu wegteerde als viller geeselt tot Enschede, wederkomende de grontbloet
was slibberig, water opt ijs, om 3 uir regende.
22 februari
Dik sneeut snagts en vroren, meesten dag sneeude, de ster-ke wint sneeu in hope bij een bregte als bergen,
windig kout boset, elk binnen huis moste blijfen met toe deuren.
27 februari
Weer sneeude met sterke noorde wint, stormde om 10 uir so sterk dat men niet gaen konde, j
a wel 70 of 80 pannen van de kerk vielen, huisen veel schade leeden en huisen sterkt kraakten.
2 maart
Alderhartst vroren ijs als 1 vinger dik putte toe, heel kout, namiddag sterke felle wint, Verbekke over
Dinkel gaen heeft.
5 maart
Hoog water, ijsschollen los komen, dorper na Eldrinkbrugge waren met ijshakken.
6 maart
Dinkel over al gink.
6 mei
Hael, oste wint dat sant stoft, dat men niet uit oogen sien kan, iets minder als 4 7‑bris 1735.
6 juli
Donker, vogtig, om middag sonne daern na donder met braefe regen, dog donderschoer trok weg en heeft
int Munsterland veele saet verhagelt, opt Huis Bentheim in toorn slagen was.
18 augustus
Droog, om 10 uir donder, sagte, dog om 2 uir nog harder don-der en regen, heel duijster worde,
sterke regen, de Beeke hoog worde, Enschede en Oldenzel de huijsen water lopen is.
1737
4 maart
…, meeste winter door regen, alle dage met wint, onstuijmig sagte winter, geene sware vorst geweest is,
altijd diep hoog water.
6 april
Helen nagt sterk regend, dags sagter, helen dag sonder op-houden, stille wint, water door den langen regen
an Bossink huis Dinkel staet seggense, so hoog staat als in 10 jaer niet is ge-weest, in onse kelder met
eerste trap water gelijk staet.
13 april
Alle nagten vroer vinger dik ijs, ook leggen bleef, sonne niet dooij maakte, schra hael met sonne.
3 mei
Vogte neffel, sagte regen, edoch om 4 uir begon te donderen en breaff te regenen, dit onweer sloeg tot
Enschede in thoorn, 90 gl schade geschiet is, uirwerk stil stont.
5 juni
Heel warm, namidd. tot Oldenzel donder en hegel, de glasen veel roeten kort hagelden en ook in de
gaerdens veele bedorven is.
8 juni
Heit, namidd. om 3 uir rondom donder en sterk regende tot half agte atijd beeke hoog ant fonder stond,
tot Markel zijn 2 paerden doot geslagen voor de wagen en eene vrij daer de man op satt, ook segt men
datter solt water vallen is.
15 augustus.
Snagts stormde, alle appels en peeren afvielen na midnagt en den helen dag altijd opgarderen moste,
dog om 11 uir begon iets te stofregenen, daerna sterk regend met wind, noten afvielen en toegen van
de boemen, vlas int felt lag weg waeide.
1738
1 mei
dese nagt ijs gevroren en dikke sneuwt, huise wit, seer kout, water dik ijs op ligt in emmer,
sonne smolt wat weg en ook nog sneude soo dat de rogge plat lag opt land, stroo op bij elk man.
19 mei
Voormidd. droog, dog om 1 uir begon te donderen na Glane, dog quamen nog droog tot in de Gronou
als wij neef Engelbert anspraken die siek lag, gedurig regen en donderschuers en lugtig,
dog geen sware slagen, wij met karre in Jan ter Dengs schur schoft vaerden en wel 1 1/2 uir daer wagten
en nog in regen weg, tot an Wensink quam, eerst 9 uir te huis, tot Oldenzel over straten loopen water,
Losser ook hard.
20 mei
Rontom vol schuers opquamen, eerst na Enschede, om 3 uir sterk begon te regen met hagel,
donderde rondom Enschede, Oldenz, Gilhuis, tot an 7 uir regen, daer na ophielt, beeke so hoog
op-liep door apenhuis gink, Sweerink beeste in gaerden uit stal bragten, bek Berent in keuken
en kamer op dille, Duggebrugge wegdreef, Jan Teylers in kookhuis kelder vol water,
Olde Mullers keukenkelderputte vollopen, Wilm Suthoff int huis an de keukenduer, Kerkstrate niet over kan,
onse hoff water in hoog in de pa-den, Kostverloren onder, opstuwt beeke tot an onse gl int water staet,
nog hooger als 5 juli 1734 is geweest.
21 mei
…, Onsen hoff so week is dat men opt land muilen in blisen sitten, ja het torkse bonen land water onder
spaen staet, in lange jaren so nat niet is geweest,….
27 mei
…., Roterman segt ons, dat in dat schoer 20 meij solt water is geweest, daer door veel schade is geschiet.
21 juni
In het markeboek (?) van Groot Agelo wordt melding gemaakt van een zwaar noodweer; `den 21sten
Juny 1738, waaruit zoo een schrikkelijke regen is gevallen met zware donderslagen en lügttingen
dat de huizen beefden’. Naar aanleiding van deze ramp zou de brooduitdeling op de Ageleres tot
stand zijn gekomen om zo voor de toekomst een goede oogst af te smeken.
20 augustus
…., Om 4 uir begon te donderen en lugten, eerste schoer trok na Oldenzel,
het twede schoer hier braaf regend, hagel en ijsstukken
vielen met sterke wind, gedurig lugtede en lugt flikkert altijd so gedurig, donder tot 6 uir ophouden is.
23 december
Droog, tegen avont begon te vriezen met koud noordoostewint, dat men in donkeren al over
drek gaen kon, helder maneschijn.
24 december
Snagts dik ijs, wel over een duim dik, over al den drek gaen kon, dog snagts verandert,
wint boeset regende.
In dit jaar is er een hevig onweer boven Ootmarsum en Agelo geweest. Er kwamen hagelstenen als
duiveneieren naar beneden en deze beschadigden of vernielden huizen en schuren. Om herhaling
te voorkomen beloofde 13 rijke boeren elk jaar na Beloken Pasen roggebrood uit te delen aan arme
Ootmarsumse burgers. (Bron van dit verhaal nog nakijken)
1739
16 januari
Somtijds regende, Dinkel soo hoog is tot an Bookholts schaepschot staen, ook in den Telgenkamp
stond so hoog, over Eldrink loopen ofer luninge sien, peerde over brugge swemmen moeten, an balg
peerden int land versonken, Lakerman die van mulle wat hael-de en wederkomende niet meer over kon
met wagen en peerde, wel snagts in Swarfrink blijfen mosten, Bookholts Lambert Elderman en veel
ouden seggen dat haar niet geheugt so hoog water is geweest, tot Degnekamp nog hooger,
een oude vrouw van omtrent 100 jaer ge-heugde daer sulk water so hoog niet gweest was,
tuinen omdreven waren, so Captein Tulken hier sijde, voor Gronou door schuert van Kalverkamp
tot in Lippinkshofs gras grond door de strate loopen is, voor Eldrink brugge een gat schuert,
al het rogge gesaeij onder water.
20 februari
Hard snagts regende, beeke smorgens hoog, ja in onsen hof nog nooijt so hoog water stond,
middelpat na espersi vol, in de blei-ke alle paden vol tussen espersi bleike garen onder water sat,
eenen hoek rufen op het stuk na Swerink in het water stonden, torkse boonen land, wortlen bedde
water op stond, savonts stark waaide en hard regend.
21 februari
Water dese nagt midden staet in onse kleinen kelder, de eerstmaal in lange jaren en de Dinkel hoog,
om 8 uir regen en hagel, Dinkel uitging omtrent so hoog als 16 janu 1739 is gewees,
al d rogge onder water.
22 februari
Iets ripet, gisteravont 10 uir brugge Kribbe ingevallen en moeten stutten, Dinkel iets valt dog nog overal gaet,….
11 maart
Regen dog om middag ik tot Ensched was groote vlokken sneeude en sodanig veele water anbragte,
25 uir regende en sneeu onder dat de bleike bij Prinsenhuis onder waterdijk door schurt,
Krab-ben Arents schoppe omdreef, al veele gaerdens onder water die an de stadsgraven an de
geuten liggen, an de graven huisen stijf an staet.
12 maart
Dinkel hoog, ijs gevroren, om middag allerhoogst water was, ja nog al so hoog als 16 janu en 21 febr is
geweest, derde hooge vloet nu al.
15 maart
…, Huiskes Geesken segt dat 5 maal nu haer gesaide rogge onder water staen heeft.
21 april
Sagten regen, z.west wint, iets warmer, Dinkel hoog, onsen hoff het land water op staet dat wij 18
omgraven hadden, tot witt wortlen nu nog niet opgaent om te saijen, Kostverloren meest onder water
is, namidd swaer regend.
17 mei
…., wij nog maer 2 mael espersi slaet had hebben tot nog toe.
22 juli
Helder sonne, eerste stille, dog wint opstak om 3 uir offer een orcaan was, appels afwaijden,
sant brant heit, iets donder verre weinig regen, een verquikkinge voor de weite die dese dag al
door de sonne bruin is geworden, bloijsels bruin zijn.
23 juli
…., wint waijde stark zuidwint, appels afslaen met de toegies, donker dog geen regen, of het een
orcaanweer was gisteren, de gemaijde rogge in Soeker esch met de gaften verre vant land afgewaijt,
veele uijtvallen is, toegen van eijke boomen slagen zijn.
1 augustus
Donker noord weste wint 2 maal stofregend, dog wirt rogge ingevaren, dog namidd sterk waijde
somtijds regen, seer dunne stroo, doorgaans wel 1/3 deel minder op als vorige jaren.
12 augustus
…., Dog 2 uir sagten donder hard regen, grote hagelstene als knikkers, half drie ophield,….
11 oktober
Redelijk, Snoink knegt saijde gisteren maer 3 schep rogge, opt markt Oldenzel was geweest en
26 st kost had en datse wel op 30 stu sou lopen, weite 16 st, Roterman seij, hem Enschedeer
boer 27 st in sijn huis boden hadde, hier mate ook seij hij Eper markt hoort hadde int Munsterland
bookweite 4 rijxd kostede, witte ha-ver ook duer en slegt geweest en duer, int Munsterland door de
natigheit late gesaait en doe kleij hard droogde so dat de gerste en lijn sommige plaatsen niet
konde opgaen en ook veele geen airen gekomen zijn, so dat daer een misgewas geweest is.
4 november
Biddag, hard vroren dat nu Dinkel toe is, over al over ijs kan gaen.
2 december
…, Berent segt tot Ensched rogge 30 st, weite 19 st, maer weinig komt, menschen lopen met ledige
sakken en voor gelt niet konnen krijgen, gerste 22 st, schinken 2 1/2 ook 2 3/4 t tt, ver-ken haken
schoon 2 1/2 st ook 2 3/4 st t tt.
Voor een vergroting op het plaatje klikken.
Vertaling van enkele aanduidingen in de waarnemingen van Petrus van Musschenbroek.1e kolom: barometer nix = sneeuw
2e kolom: temperatuur porum = beetje
3e kolom: wind nubila = bewolkt
4e kolom: regen seluprum = helder
5e kolom: ?6e kolom: hemel
1740
4 januari
Duyster nefel droog, om de midd. helder aftrok, dog geen sonne donker, edog om 3 uir begon te vriezen
dat men savonts al over drek gink, koud oost wind.
5 januari
Dese nagt soo sterk dat het snoijmans peerd kon overdragen op de beeke an onsen hoff,
ook int huis gevroren, helder vorst, van dage rogge Ensched 32 st, weite 1 gl kost heeft,….
8 januari
Heel stark voren, dominee zijn waterpot vinger dik ijs in lag, sterke oostwind, namidd sant stoft,
fel kout noord oostw, fell kout oft vel vat hooft wil gaen.
9 januari
Sterk int huis vroren felle oostw seer kout, sant stoft, dese morgen vogelken water in daen,
is te middag al te grond toegevroren, Agterhuis Jan in putte moten klimmen omt ijs kort te slaen,
onse bierkranen toevroren alschoon wij 8 dese al twe pan-nen met vuir in den kelder gedurig inbragten,
wind fel kout is en boeset sterk, bij dage wel een hand dik ijs had gevroren, een elk klaagt over koude.
10 januari
Dito Sondag voor de eerstmaal in onse putte wel 3 vinger dik ijs in was, so fell kout oostw.
dat men niet gaen kon na de kerk, was ook weinig volk, derhalven namiddag niet is gepredikt,
menschen niet buiten gaen en ook niet sitten konden van koude, coffi kopkes vroren vast op de tafel,
namidd vuer in agterkamer, soone en vrou hier thee dronken kopies ook op tafel vaste waren,
water voor vogelkes terstond toevroor, verscheiden maal losdooijen mosten, terstond alweer toe.
11 januari
Weer hard ijs in putte, nog fel kout als gisteren, inkt in de penne vroor, in de kelder ook kranen toe,
alles datter instond gest te grond toe, sone Christian seij sijn koeketel dese nagt opt vuir bevroren was,
bedlaken voor de mond ook stijf vroren is, Verbekke seij het brood op sijn tafel vroor, wind zuid oost,
quam zuid west een bank op, om half sesse fijn sneeuw weijt hoogt in de boomen, dog so fel niet gisteren,
want doen vroor het in 1 1/2 uir 1 vinger dik ijs in de putemmer in de waskamer, door de grote koude
was de sneeu hard oft issel was.
12 januari
Dinsdag so hard, wel 2 vinger dik in putte, bedlaken stijf voor den mont, Bentman seij sijne koeie
witvroren waren in d stal, ook had moten in de putte klimmen om ijs kort te slaen, eijken bomen zijn
veele geborsten, edog wint is wat minder als voren.
14 januari
NB, Alle menschen seggen dat het nu kouder is geweest als 1709, het vorig koud winter,
onsen haanen heeft ook niet gekraaijt de lellen zijn hem afgevroren, edoch dese morgen weer
gekraaijt heeft, grootste koude is geweest 9, 10, 11, 12 januarie, sneeu nog ligt.
20 januari
…., Ja ook 3 menschen uyt Meetelen dia na Heek op de kersmise niet kooke zijn geweest,
2 mans 1 vrou, die opt velt doot geseeten hebben.
27 januari.
Stark in putte, waterpot toe, felle oostw, bij dage melk te gronde toe vroer int bekken, alschoon wij sterk
vuer weder in de kelder bragten, dog kranen toe.
19 februari
Heel sterk int huis vroren, vogelken glas rondom toevroren, dog binnen nog niet gelijk 10 janu daen is,
om 11 uir begon te sneuwen, om 2 uir ophout fel kout, inkt in de penne vroor,….
24 februari
Duim dik in de putte vroren, helder sonne, felle oostw, Wensman hier om 10 uir was, seij nu so
kout is in de koudste dage geweest is, in een uir pipenstil dik ijs in de emmer vroor in kamer,
waterpot toe vroer te gronde, inkt in de penne vroor in agterkamer bijt vuer, bedlaken voor de
mond vroren is, Wensman seij ook dat int Munsterland de boomen en boschen wirden dale houwen dat,
de knoppen de beeste aeten, ja datter groote elend was, hoger onder het vee, omdat den kleij de gerste
niet opgaen konde, kleij hard was, derhalve gerste somer saet slegt, geen airen sijn angekoomen,
misjaar geweest is tot Stenferde ook slegt het stroo datter een man van Degnekamp was geweest met
stroo 4 gl voor de fijne kost hadde en nog kleine halfe schofen so Herman Stoffrink segt, wij nog
altijd 2 pannen vuer in den grooten kelder hadden staen, nog den biers krane toevroor.
27 februari
In de putte vroren, dog men kan nu met den emmer kortstoten, dat men te voren ijs haken nemen moste,
om 8 uir begon fijn te sneuwen, zudw. wint, hier ook al eenige jarige kalveren door den kouden winter
gestorven zijn so men dagelijks hoort en van alle kanten armoe is onder het vee, om 9 uir was hier ook
een Metels man om rogge te koopen, ging ook na Oldenzel, eergisteren was jonge G. Wessels hier
ook om rogge voor Bolhaar, was ook geen rogge te krijgen, alle dagen loopen de opkoopers vol in,
Enschede, Oldenzel is niets te krijgen. Om middag dooije lugt, fijn sneeu, nefelagtig, water opt ijs,
sneeu en regen door een, quam west wint, pannen druppen, savonts vriets, Louies rogge halde
seij dat tot Ensched gelle erften 16 st, peerdbonen 10 stu, boeter 3 1/2, olij heel duer, rogge 33,
weite 22 st, dog geen rogge te krijgen, alles duer om kool ook weg is, geen moes is.
29 februari
…., Gisteren seij Littikhuis dat Fruswegen solder toe is en geen rogge bij lasten verkopen wilt,
maer bij schepels en d armoed.
3 maart
…., Bolhaar selfs bood mij 30 st voor de rogge, hij halde wat van eenige die hij kogt hadde, welke rogge
de wijfen niet missen wilden, uit dorp al eenig oploep makte, hier ook veele liepen om rogge uit dorp,
ik seij wel bij de schepels an de ingesetenen wilde doen.
4 maart
Hard vroren en rouwgiselt, nefel, Lentfersche Anne begraven is in de kerk om datse den steen die sterk
bevroren was niet los krijgen konden, desen dag waren hier en ook gisteren Enscheder om rogge,
ik afsegte, wij nog enige tijd ansien willen.
14 maart
…., Neef B. Elshof weg vaerd met Nijlant om halftijne, water diep, ijs in de kante staen had, in de Elsbecke
met prikel daer waren doorgevaren,….
12 april
Donker ook warmer, nu en de vorige nagt groener geworden is, rogge heel blint staet swart,
dat men de rogge spiers in de grond soeken moste, de menschen seer verslagen wirden,
liep op dag na den esch.
16 mei
Regen met koude wint, tegen avont felle koude wint noordw, boeset, buiten zijnde konnen de handen
niet warm houden, schip-rogge Enschede eerst 44 st, nu al 48 st kost, weite 2 gl, hier swager Strik 42 st
voor de saeijwaeite geven hadde an Jan Bekker voor sijne boerin die de rogge weerom saijden,
Northorn 46 st rogge kost als pastor daer was.
4 juni
Donker groijsaem, Apen Hermans vrou mij vertelde dat Bos nu 55 st nam voor de rogge,
had al 58 st genomen, maer Kistemaker schiprogge voor 44 st verkogte, daarom hij nu ook weer
55 st nam voor sijne rogge, Hoetink bij Enschede segt hier dat het derde roggen stuk maer is blijven staen,
anders allegaer weerom gesait is, hoe stijfer het land geweest is hoe beter de rogge.
10 juni
Donker noordw. iets stofregen, tegen de avont so kout datse niet te weeden opt land dueren konden,
van koude uitscheiden.
13 augustus
Stofregen, de rogge week blijft, niet hard word om te maaijen, bedroeft voor de arme menschen die geen
gelt hebben om de duere rogge te konnen kopen.
16 augustus
…, De menschen gerste maaijen en in de bakovens droogen gedroogt, zijnde swingen konnen,
anders plat wort, groote broods-noot bij de gemeene man is,….
22 augustus
…., Saet in de ovens in ketels opt vuir gedroogt wort.
24 augustus
…., De lude loopen sterk om rogge met stroo op t land te kopen en Gilhuser in Lutte 1 ducation bieden
voor 1 schip rog, dan het stroo toe, maer de schiprogge slaet af, is nu te Ensched voor 42 st de beste,
maer op het land met stroo is niet te krijgen, om datter weijnig rogge is gebleven, so moet die elk selfs
behouden, dog Achterhuis heeft 1 fijne verkost an Tomas voor 11 gl, want hij nog wel 20 fijne gehad heeft,
de menschen droogden rogge, gerste in de ovens en bakken daer brood van.
27 oktober
hard ijs, pipenstil dik, helen water to sat met ijs.
30 november
…, Ons vertelt is door Fenne Bookholt dat Enschede op t markt sij knollen kogt hadde voor 3 st 2 doit elk,
boter spint, eerdappel 4 st 1 sak, Naber angel verkogt voor 8 st, pont boter 1 mal schil-ling, oude nog
meer kost 7 st, grauwe ertten 1 gl, gelle 16 st het spint, grutte meel, witweiten mel 3 st het pont.
In de Twentsche Courant van 15 maart 1871 (no. 21) stond een artikel wat nog melding maakte van deze
strenge winter begin 1740 en de slechte oogst die daarvan het gevolg was. Nog nakijken wat en waarom
die in die krant werd geschreven!
1741
4 januari
Regen en wind, lelik weer, Dinkel over al koken, meisies niet over Dinkel konden, moste weerom gaen,
velt soo vuil en diep al de beken waren dat beide Jan Lansink sijn dogters weerom na En-schede varen
mosten.
11 januari
Diep water in onsen hoff, alle paden vol, ja putte op 1 rand na vol, ik water uit kon putten sonder swengel,
handen waschen heb tussen de espersij bedden an de bleike, beide kelders vol staen, kleine nu ook tot
an de trappe nu opt hoogste staet, erdappels alles int water ligt dat nooijt mij niet geheugt so hoog staen
heeft.
13 januari
Redelijk, droog, hoog water, 2 vinger breit hoger wassen in de putte, in de grooten kelder twede trap
omtrend nu gelijk staet, savonts hagelt.
14 januari
Iets ripet helder, nu baktrog stijf an, gisteren 3/4 voot diep water nu nog 7 vingers breet water,
ook water vuir uit op de heertsteen in Rotrink huis en Wilploos bakhuis en Nijweerts en vele int dorp
die niet weefen kunt, voetkuil vol water is,….
2 februari
Regen en windig, vuil, water hoog wort, Bossink vonder en Morsch vonder weg dreven zijn door al
de hooge vlooden.
14 april
Wit, 1 vinger dik ijs, fel kout, ijs vroor helen dage bij de putte.
12 mei
…, Koene heel duer zijn, Eper markt 44 gl aen melk koe kost heeft, de eene voor de ander daer nog omtrok
te willen hebben, heel weinig te koop koomen, nog gemeene koene zijn van grote.
22 mei
…, Boer Verbekke hadde 10 jonge keukens verkogt voor 50 gl, dog hij hadse in d eerst karre voor de
coopman in Deventer bragt, opt markt daer d coopman terstond 100 gl voor koste, ja de keukens sijn
levendig gewogen en dan 5 1/2 stuver het pont gelden in Deventer en andere platsies ook verbaest duer,
hier en over al boeren niet eens verkopen wilden, oude hoenders 7 st gelden, 6 stu ook, kalfsvlees niet
eens slagtet wort en so duer eens so veel kost als de andere tijden.
11 juni
…., Wensman eene koe verkogt, 44 gl wert segt de coopman die Wemmers koe voor 68 gl kogt heeft,
daer nog 45 gl an gewonnen had, beeste ongemeen duer zijn.
26 augustus
Regen, windig, boeset noordw, Gilhuser markt alweer een jarig verken voor 30 gl verkogt is van
120 of 125 tt pont, beeste ook heel duer twe jarige verken 19 gl t stuk.
12 november
Donker meesten dag regen, savonts stark regend, hoog water, niet koud, de menschen laten de beeste
op de gesaide gaen om datse rouw wort, Ootmarscher kermis, was daer al rogge afgemait met gras,
ijser dit is mede gekomen van het vrooge saijen om dat de menschen so ras de rogge de rogge vant
land inquam ook voort saaijden om bangigheit van den oorlog, ‑(?)‑ de rogge rottede, wit wort.
19 november
Braaf regen, Enscheder markt verken vleis duir, 1 verken van 350 tt mulder van Oldenzel na Haxberge
verkogt voor 3 7/8 stuv het pont vette beeste heel duer zijn geweest, -(?)- en neef B. Elshof eene verken
kogt 3 1/4 stuv het pont -(?)- kost 6 stu, taan 12 stu, de kanne boter 4 1/4 st ook 4 1/2 st het pont,
was weinig vet in de sware beeste, wij Northorn met sone Christian samen een beest kogt
voor 63 gl 11 st, woeg 91 pont, edog 8 gl voort fel kogt.
27 november
Dese nagt om 5 uir 1 donderslag, lugtet, hagel en stake wind boeset, 11 uir met en regen meule gaet
om sonder seijlen, toslag-huis veele sporren afgewait van het gerigtede nije huis, slegte dag.
Is toen mogelijk de hagelstorm geweest die de haan van de toren van Oldenzaal waaide.
Mevr. Stappers-Fürtheim noemt het in haar manuscript over de stad voor het jaar 1741 (blz. 78)
1742
6 januari
Hard vroren, waterpott toevroren voort bedde, kranen toe in den kelder, stil windt, indien de wint sterk
weest hadde, soud het ondraaglijk kout geweest zijn.
10 januari
Hard vroren, wij om de felle vorst verken nu mosten slagten, sneut helen dag, coffi goet vriest vast op tafel.
16 juni
Iets vorst, weite in de slenken vant land wat vervroren is, Horstkamp 6 spint land weerom saijt.
7 juli
Smoelheit, alles door sonne verdorret en weite wit opt land, onse koeweide wit, om 5 uir donder en lugtet,
schoor trok weg na Oldenzel, om 7 uir een twede schoer, dat snagts braef regende ook weer donder,
dese dag is te Hengelo en Buerse en Oldenkatte ook hagel vallen, de weite verhagelt is,
groote bonen bloijsels af-vallen zijn, door de droogte seer weinig an sit.
10 juli
…, Dog om 6 uir namidd een swaer schoer, liep een hand-breit hoog over onse strate na de putte,
rookede over de grond, grote droppels, paden vol water, 7 uir ophout, dit somer so groot schoor niet vallen is….
27 juli
Iets stofregen, ook sonne, dat eenige rogge maeijden die in de grond lag, met al den regen stro swart wirt
int land staende, de menschen sterk klagen over de muijsen die hele hoeken uit de rogge
kortgesneden en verdorven hebben.
26 september
…., Torkse boonen slegt, weijnig an, de menschen klagen, eerst muijsen rogge bedorven,
nu ook de weite, boonen, wortlen, ja ook gras kortsniden.
26 december
Nog feller vroren als voren, vinger dik ijs in putte, ja ook in grote kelder, alfschoon wij 1 panne met vuer
daer in staen hadden.
27 december
Sterk vroren, koffie kopkes an een vroren als wij dronken.
1743
25 december
Vogte neffel, dog schilik 11 uir begon te sneeuwen, hagel, koud, met middag sterker sneeu viel,
grond wit en so helen nagt door.
26 december
Nog dik sneeut uit oosten, 30 uir lang.
1744
4 februari
Harder in de spinde, koude oost wint, inkt in de penne vriest.
5 februari
Hard vroren, donker, water in vogelkom te grond vroren is, kool wit wort rueschet.
6 februari
Fel kout, in kelder melk toevroren is, koude wint.
7 februari
Fel kout, waterpot voort bedde vroor toe, sterk koude wint, alderkoudste dag,….
7 maart
Hard ijs in putten, selfs in Borgers putte, daer dese winter nog niet hadde ingevroren, fel koude wint, stark,
buiten niet gaan konden.
11 juli
Regen en wint, dog om 4 uir namiddag 1 donderslag en 1 maal lugtet agter Voswinkel int velt,
Jorien Nijkerke een jong beest 2 jarig doot sloeg, hagel onder, de streke quam van daer na Cro-senberg
en Verbekke eenen heelen kamp kort hagelde al de boek- weite.
25 augustus
Droog, namiddag 3 uir 1 maal donder hagel en regende soodanig sterk dat in een uir Beeke stijf an
Brugge stond, daer na nog weer een schoor, boijstrig wind trok rontom in alle hoeken was.
1745
29 januari
Fel kout, hard vroren, dags een emmer water in 6 uir 3 vinger dik ijs op vroren is.
16 februari
Fel kout, sterk int huis vroren, inkt in de penne in voorkamer, stil wint.
28 februari
In de putte 2 vinger dik, waterpot toe, in onsen groten kelder melk bevroren, felle oost wint,
nog sterker als voren, helder sonne.
18 maart
…, Dooyt, nu eerst graven kan om Luttik saet te saijen, vorst lange in de grond sat,….
12 april
Regen en wind, hagel, noordwint, namiddag 4 uir donderslag met hagelschuer, dat het zeijl van de
meule na Hogenkamp waijde.
23 april
Sonne, stille wint, warm, dog om middag donder en lugten, hagelschuer, so dik op de grond lag met
de voeten bij een konde doen, wij op den weg na Enschede in Tonnijs huis wel 1 1/2 uir sitten mosten,
ook regende water als een wolkenbreuk quam, de meiskes met weer na Ensched door nat worden,
dog tot Losser was het hagel schoer so stark niet, maar regend braaff.
24 juni
Ripet, sonne, om 11 uir regend, ook sagte donder is buiten gehoort, om 3 uir hagel en regend,
na Oldenzel trok, so stark water dat door pape Eeckelhof sijn huis was gelopen, so kout dat men
op bedde oppakken most als oft int winter was.
25 augustus
Dese nagt 3 uir lank regen, om 11 uir donder noordwest, hier ook 1 schoer, nu maer 3 mael torkste bonen
gekookt, weijnig an zijn, door de sterke wind ook wijnig ansitten, veele beschadigt, blaade wit worden,
weinig ingemaakt, ook weijnig rijp gekregen, bloijsel afgewait is.
12 oktober
Starke wint boeset van Losser kermis, 3 weeke altijd droogte, nog geen rogge opgaen is,
de vroege en late wel gelijk sal groen worden.
1746
5 februari
…., Dinkel hoog, menschen over de Eldrink brugge mosten gaen.
20 maart
Hard ijs in putte, sterke oost wint, fijn sneu tappers an huise vroren, emmer in waskamer toe,
een landurigen winter, slegt voor de handwerksluiden, dog lijdelike vorst,
maer eenige dagen feller vorst, wefers weinig konnen doen, sonne nu op en onder te 6 uir.
30 april
…., Dinkel stijf onse weide an sitten, van herrn Keijlver en Jan Hindr.
Lippers komt water goet nu midden door de weide gaet, vant Bakhuis in loopt.
27 mei
Goet, stille oostw. sonne, soltwater vallen, mollen swart en grote bonen bloijsels doot.
1 september
Donker rook an de sonne, rood schijnt, om 9 uir brand quam in dorp Losser voor ant huis van
Gerrit Robrink en Gerrit Eylrink, wonende in een huis, van 9 uir brande tot 11 uir, stak ook mede
in brand het huis van wedwe van Go Huls, staande ter sijden an Gerrit Eijlrinks zijd van t huis,
so datter maer 2 huisen zijn verbrand, was stille wint, rook sloeg na Braake en Copshover gaerden over,
so dat God sij gedankt onse boer Bentman vrij bleef, maer vlamme sloeg al op Blomen huis op geffel uit,
als ook op den dellen end vuir satt. Het zwek natt goiten op solder, de vroulude al putterden
water droegen, alle putten ledig, Beeke ook ledig wort, door alle din groten arbied onder
Gods zegen is gebluscht, maer had Blomen huis afgebrand, so was het gehele dorp in de asse geraakt.
1747
14 januari
Nog feller vroren in putte, vogelken glas gronde toe, ijs in waterpot in Domine kamer toe, ‑(?)‑ ,
koude oost wint.
15 januari
Nog starker vroren, bedlaken dom. stijf voor de mont, onse koe wit in stal, coffi kopkes vast op tafel,
melk in groten kel-der ijs op, alschoon wij 2 pannen met koolen vuir gedurig inbrag-ten, selderij stijl
vroor in kleinen kelder, ‑(?)‑ , starke ooste wint boeset.
19 augustus
Ripet, ijs vroren, kout, onse weite maaijt, handen vroren ant weite binden.
22 augustus
Hael, sonne, oostw, sant stoft, appel afvallen, aller klein-ste torkse boonties afvallen,
wit verdorret blooijsels, wij nog eenige weinige konnen insetten gisteren en nieuw wij wat ingesat,
veele die niet eens wat hebben konnen insetten.
3 september
Sondag, hael warm, stille, Agterhuis vrou hier quam, vis-che doet liggen in de visserij,
sij segt in hare putte moeten klimmen water uit schept, geene twee emmers in was.
4 september
Mooi sonne, late torkse bonen ook wit worden, sperci ver-gaet, dunne is verdorret, in de grond knollen
slecht staen opt land, om 1 uir pastor en domine en beide nefen Keller na Agterhuis vischet,
voorste vischerij uit vangen om datter veele doode vis in lag, 19 slijen, 5 snoeke, 1 baarsien, 7 ael,
halfe vis sone Christjan gedaen snoek ende slijen hartlijke vis is.
12 december
Dese nagt sneeut, lekt tappers an de huise vroren, om middag sneeu meest weg, edog starke wind
zuid west, in donkeren stormde en so hand over hand al sterker waijt, na 7 uir heel sterk stormde,
pannen en stroo dak van de huisen waijde, tussen 7 en 8 aller starkst stormde, na 9 uir wat sagter,
daer na weer wat starker, droog wint, 12 uir pastor te bed gink, Domine half eene buiten ginkna den
kerkhoff, sag dat de kerk rontom veele pannen had verloren, datter een vak boven de kerkduer
en orgel weg was boven an verst beijde zijden, dat men dwars door kerk sien konde, boven
predikstoel ook meest af, kruis dale waijt opt einde stont, thoorn ook beide zijden een vak afwaijt is,
so datter omtrent 1000 pannen weg zijn, onse huis seer genadig God bewaart heeft, veele pannen
op dak, dog boven 20 niet kort vallen zijn, ook verst pannen afvallen met grote kalkstukke,
1 planke van geffel waijt ant varkenschoft, onse kruit appelboom besten toog af kort, an Lusthuis
na weide 1 appelboom wat op sijd is, Jorien Mettings geffel an kerkhoff met 1 spore afwait,
ook veel dak af, Klants huis veele panne af, Kosters nije huis veel pannen aff, rontom d kerke nijweerts
Spijker veel af en haer huis veele, datter niet een huis is of daer is dak af, Gerrit Wessels,
Jan Beernink ook veele pannen verloren, dog sone Christjan maer genadig, ruim 20 pannen verloorn,
op schuerhuis weing, maer Casper regter vele afvallen, maar boeren veele dakboomen omwaijt zijn,
Bentman 1 boom an de brake, Agterhuis 1 boom en 1 kop off, Wilplo ook 1 boom en wat koppe
en toege afwaijt zijn, edog Bosman schaapsschot dale wait, Lakerman ook schaapschot,
Sapt Geert sijn nij rigtet huisken ook om wait is, Boerrigter geffel afwait, ja nog veele die sporen los,
dak af en de Gilhuiser winde meule rontom de steene meule wat beschadigt, Northornse thoorn afwait,
die 260 jaer gestaen heeft, spits af, lank 300 rijnlandse voeten, noord-oost nedergeslagen langs de
strate sonder de kerke, eenig huis of mensche beschadigt te hebben, rontom overal grote schade
wort gehoort, pannen niet te krijgen waren, stroo veele moeten opbin-den, waren geen dekkers te krijgen,
elk selfs to lapt, in Oldenzel 1 huis dale wait, Ger Smits aldaer ook veele pannen afslagen zijn,
Ensched ook veele de pannen afwait zijn.
1748
20 februari
Vorst, sagte, sonne, wij gerste uit kuiven los kregen die lange omdat hart tappen toe vroren was,
met warm water los kregen.
27 februari
Nog harder, broot in spinde vroren, felle oostw. hard waijt, buiten niet duren kan, sant stoft dat men uit
ogen niet sien kan, al drie dage so gedaen segt Jorien.
7 maart
Felle duim dik ijs in putte, waterpot toe voort bedde, gi-selt, koe wit in de stal, segt Jorien dese nagt
nog dese winter niet kouder was.
17 april
Snagts dik sneeut en helen dag noordwint, tot 5 uur namiddag dik op de grond op de grond,
smolt wat weg, vogtig wirde, kolt, so niet voort wat weg smolt soude snee gants diep geworden zijn,
an de knee.
11 mei
Donder zuidl. en lugtet, om half sesse met starken regen, beeke opliep, rontom Duggenhuis in stal,
in Apenhuis, tijf an d Brugge an onse glint, weg heel onder water, lange tijd so hoog niet geweest is.
13 december
…, Hoog water, Verbekke zijn soon quam tot Gronau tot schoolm organist, Verbekke weer van
Gronau komen moste over Swaferink brugge, alles onder water stont.
1749
7 februari
…., Dat is niet minder wonderbaar als de bijzonderheden van desen sagten winter, staende de vrugten
reeds so voorspoedig te velde als of het in de maand april was, en de oudste menschen al-hier getuigen,
dat sij nooijt ein winter beleeft hebben hierbij kan vergeleken worden.
19 juni
…., Jan Heinders van Gronou, hij vertelt dat hij uit Cloos-ter last rogge halt hadde, het volk de sakken
hem wilde kort snijden, nog een man die voorganger was, gelt in hand daen hadde om te stillen,
die gesegt hadde hier is nog rogge genoeg in Ol-denzel daer op het volk geroepen hadde,
hij maakt de deurte,
so eindlijk weg komen is, Jorien ‑(?)‑ na Northorn was, deselve dag 3 Ogtropper wagens met rogge
vant Franswagen voor 26 st halt had-de.
24 juni
Regen, koude buien, ook hagel, menschen klagen, so kout als int winter, op Clooster Glaan hagel met
voeten bij een schooffet hadden, so dik.
29 juni
…, Om de sware koude hier ook (kachels aan), kout, alle da-ge wint en regen, torkse bonen verderven,
de blade gel worden, wind sel afvallen, stokken omwaijen.
1750
20 mei
Starke ooste wind, hael, helaas om 10 of half elf brand quam in Ensched, anging an de Espoorte int huis
van broodbakker Herman ten Tye en so voort weg brande 72 huysen, de gantse twe rijgen huijsen weg
brand tot op den Labbedijk, ja ook Papenkerke,…., vele brandspuiten quamen van alle plaatsen rondom
en volk, waer door het is gebluscht, de gantse nagt en den volgenden dag nog holt brande, volk arbeiden
moste dat het niet verder quam.
2 augustus
Wat koeler, blade saer van hegge vallen en van de appelbomen gel, eenen piplink voor d agter poorte
geheel kael staet, alles off, appels seer klein op sitten bleeven.
7 augustus
Alle dage droog, torkse bonen ook slegt zijn, de bloijsels afvallen.
1 september
Stark sonne, heal, ripet, alles verdroogt, roepe kool op vreeten, gras gront saer wit, koene honger
lijden ‑(?)‑, hooijt weinig in kostverloren, dit jaer weinig gras in weest, om dat dit jaar geen water om te
vloeden geweest is.
2 september
Weite nu al maaijt wort Copshover maet, ook weinig gras in weest om niet gevloeit is als vorige jaaren.
4 september
Nog haeler wind, appels afvallen, boven hegge afplukten om nog iets te behouden.
12 september
Alle dage healt, koe weide wit, koene niet meer eten kunt, honger lijden, brinke gras saer wit is,
roepe kool afvreten, torkse bonen saer boisels, witt om de grote droogte, wortelen slegt, dunne loof wit wort.
18 november
…., Dit jaar om de grote hitte en droogte slegte wortlen, slegte torkse bonen, laeg, niet opklommen,
de eerste weinig an, bloijsels affvalt, aardappels klein als knikkers, ook weinig an, knollen wel goet
loof maer weinig knollen an sitten, bookweite veele doofgoet, vael rogge, die gelegen heeft weinig an is,
maer die staen bleef onse 5 sch de fijne an was, Frijer segt 1 1/2 sch an, die vroog gelegen heeft,
gerste ook smal, niet kostelijk, Oldenzel verdroogt is.
21 december
Moije sonne, nu water in Joriens Putte komt, helen herfst water van andere haalt, Bentman ook geen
water in weest is, het aardrijk zo droog als in lange jaren niet geweest is,….
1751
9 februari
Vorst, starke wind en sneeut, int huis vroren, dikke berge sneeu, dat men uit deure niet gaen kon, boeset,
its regen, vogtig.
11 februari
…., Dik sneeu ligt, 1 1/4 voot gemeten hebben, rougiselt, Term 15 gr, Dominee gemeten in onse hoff,
overal dik ligt.
12 februari
…., Jan Verbekken vrou met sleede Agterhuis haer na Gronou weer bragte over felt, om alle wegen
vol sneeu, bij Egbrink hekke hegge lag rondom, agter Borgers huis mosten int velt de weg soeken
daerse heen konden.
13 februari
…., Op order van de Rigter dorpslued sneeu weg mosten smijten door Esch en Oldenzels Dijk,
konde geen torf in Oldenzel bragt worden, grote armoed was om brand,….
25 februari
Dooyt, windig, namiddag 3 uir hoog de Beeke, weg ijsden tot in de Heerde stegge, alles los,
ijsden water in Duggen wefekamer, Christian strate onder an de voorkamer, Bekhuis tegen an stond,
onsen kostverloren blank als een zee.
27 februari
Its vroren, water hoog voor Eldrink brugge heen gink, Beersink brugge ook water voor heen loopt,….
14 april
…., Dinkel staet in Telgenkamp en Swerink maat, hoogste vloed.
6 augustus
…, Namiddag 4 uir dondert, regende stark tot half sesse, water over de strate vloijde, dan ophoud,
daer na regende met donder, oostlijk schoor sat.
3 september
Smorgens al regend, gedurig sware schuers, beeke hoog, onse 8 op pers hooy in kostverloren int water staan,
hooij sone Christian ook int Hofkamp, boijstrig, herfst.
22 september
Regent, nog its droog Nigtkis neefkes na Enschede vaerden, ‑(?)‑ Herman haelde haer, segt weg waterig is,
menschen klagen weite niet droog van lant in krijgen kunt en mes uit de vaelden, Dinkel in uitlagen gaat.
1752
5 januari
Helen dag regent, Dinkel an Swaerinkmaet hekke staet, Deppenbroek seijde hier dat hij nooijt de beeke
voor sijn huis, so hoog geweest is als nu.
6 janauri
…., Dinkel heel hoog, volk niet over kond over Eldrink nog barvoots door mosten, voor brugge heen gaet.
16 juli
…., Dinkel hoog, Heer Bakker van Glane na de Ravenhorst weest was, in Dinkel wagen omdreven,
hij met swimmen zig gesalvaert had.
5 augustus
Donker, droplen, 2 uir B 10 1/2, 3 braef regend, om 5 uir so stark regend, gate in de grond in hoff, westwind,
eerst oost Bar 9 1/2, beeke liep in Apen, Wilnis en Duggen, Barents weefekamer vol water,
voor de brugge heen liep, water an onse glint stond.
16 augustus
Donker, B 14, T 10, namidd weer regend, W. Suthof segt dat Nij-lant en Kragenberg heel maet graf
of hooi verdorven is, onder water, niet deugt als in de stal te smijten, schadden int velt staen int water,
verderven ook.
18 augustus
Neffel, om 1 uir droplen vallen, donder, 2 uir lugtet regen, hageld 1 vinger lit groet int felt bij Ger Robriks
huis,….
19 december
…., Bedroeft weer hier, vertelt wort de haasen gellig doot vinden int velt, schapen ook, alle de booren
afsterven.
1753
29 januari
Harder vroren, B 21 T 22 1/2, kout, inkt in koker op tafel hard vroren dat te voren nog niet is geschied,
stil wint.
5 april
Regen, boijstrig, B 8 T 4 1/2 ond. son, hoog water, Beeke in huise loopt, onse kelder nu water in komt,
Kostverloren geheel onder, bekvonder ondert water, om middag nordw boeset, onse hoff swemt.
4 juni
Ook warm, B 13 T 20, om half twe donder rontom, grote drop-len, wij hooij al op wagen hadden,
kostelijk droog ingekregen, dondert tot 5 uir, tot Enschede ‑(?)‑ hagel, veel schade gedaen,
gehele kampen weerom weite gesaeijt is, die ook wel gelukt is.
11 juli
Droog, stille, B 12 1/2 T 13 1/2, namidd 6 uir donder regen B 11 1/2 T 9 1/2, savonts lugtede,
van dage mij gewesen is datter honigdauw was gevallen, een groot bonen blad mellen stappen
op sitten en mellen, swart bloijsels sawrt, alles samnen trekt, wei-nig boonen an, wij maer 4 mael
van gekookt desen somer, om nog wat rijp te houden tot poeten,….
13 december
Regend, B11 T 11, regent stark, beeke in de huise loopt om 10 uir brugge stijf an planken water loopt,….
14 december
Vogtig, Dinkel an Bossink huis en Swerink hekke stond, alles onder water.
16 december
…., Verbekke segt Dinkel in haren Telgenkamp staen heeft, Horstkamp segt, had voor 15 jaer ook so
hoog gewest was west in 1739
25 december
…., Overdinkelse boeren niet konden over Eldrink brugge, de Paepse Soeker boren, het volk met wagen t
water na de Glane.
1754
25 januari
Regend, om 10 uir hageld gedurig, hagel boeset noordwest, water voor Eldrink brugge heen loopt,
kout, B 12 T 10.
2 februari
Hard ijs, inks koker op tafel bevroren is, putte met ijshaken mos te kort stoten,….
7 februari
Hard vroren, inks koker op tafel hard, mijn waterpot ijs in, coffijkopkes an tafel vaste vroren,
dominee en Berents waterpot ook ijs in lag, bedlaken dominee stijf vroren voor de mont.
13 februari
Regend, zudw, Dinkel gaet voor Eldrink brugge, B 13 1/2 T 9.
15 februari
Regen B 17 1/2 T 10 1/2, niet over Eldrink menschen trugge komen.
1755
Toen Franciscus Davina pastoor was in Deurningen (1754-1763) schreef hij over 1755 en 1756 enkele
interessante zaken in zijn dagboek die precies aansluiten op de informatie afkomstig uit het dagboek
van Aleida Leurink. Het dagboek van Davina is in particulier bezit van de hr. Cromhoff te Enschede.
Transcripties zijn gemaakt door drs. Jan Wiefker en Theodor Davina. Deze liggen ter inzage in het
stadsarchief Oldenzaal.
‘In festa assumptionis beatae Maria virgines (Vrijdag 15.8.1755) is gesien geworden datt er vuir van de
lught viele en sulkx is ook gesien geworden te Stadtloon.’
Het gaat daarbij om de Perseïden die in augustus te zien zijn.(D.S.)
1756
‘Is een seer saght winter sonder vorst maar dickmaels mett regen verselt geweest.
De maent januariuss wass sonderlijck angenam, also datt de bloemen en
kruijden der aarde uijtlipen. 13 februari ister ‘s naghts en dages een hevige wint mett regen geweest en
den 15 ‘s nagtes als ook den 16 ‘s nagtes een swarer storm geweest.Op woensdag 18 februari was het in
eerste instantie rustig weer maar dat veranderde in de namiddag;
‘…agtermiddages wass hett een onstuimig weer met sne. En de naght daaranvolgende waijde hett van
12 tot 2 een seer hevig windt sonder tusschenposinge.’
En; ‘In hett laaste van maand martii heeft hett 8 dagen ruim ‘s nagtes sodanig gevroren datt men
‘s morgens vollenkomen over den dreek kost lopen en 4 dagen was ‘s ruiuw wer mett snee en
regen vermengd.’
Tot zover de aantekeningen uit het dagboek van Aleida Leurink.
Voor de medewerking en het tot stand komen van deze pagina wil ik de volgende
personen bedanken. Op de eerste plaats Ton Lindeman uit Maarsen die de transcriptie heeft
geschreven van het dagboek. Dick Schluter, historicus, die voor mij toestemming heeft
gevraagd voor publicatie aan de eigenaresse van het dagboek. En Harrie Geurts
persvoorlichter van het KNMI waar van ik toestemming heb gekregen voor het
publiceren van de gegevens van Peter van Musschenbroek uit 1740.
Copyright. Johan Effing.
======================================================================
Weerhistorie vanaf 1735 is te vinden op de site van Weerstation Losser.
(Deze pagina was begin 2013 al bijna 10 jaar oud. Verschillende links die eerder onder deze pagina stonden heb ik moeten verwijderen omdat ze niet meer werkten. Waarschijnlijk zijn deze pagina’s om een of andere reden van het web gehaald.)
Update 28 januari 2013,
Johan Effing